a16
 
Bunkernummer
A16
Oud Bunkernummer
EV1
Lokatie
Vurste
Toegankelijkheid
De bunker is volledig vrij.
Aantal kamers
2 achteraan verbonden kamers, een koepel en een sas
Aantal schietgaten
2
Type geschut
2 x MI
Bijhorende vuurrichting
Westen - Zuidwesten
Origineel kadastraal perceel waarop de bunker werd gebouwd:
  • Semmerzake, Unieke Sectie, kadastraal perceel 1131e (deels) en heel miniem 1131b
Meer details over de originele eigenaars en de aktes behorende bij deze bunker:
  • De originele onteigening vond plaats op grondgebied Semmerzake, de unieke Sectie, perceel 1131e (deels) en omvatte een terrein landbouwgrond van 1 are 45 ca. Het originele perceel maakte deel uit van een groter perceel van 34 are 60 ca en was gelegen aan de noordoostelijke uithoek van dit zeer lange, smalle perceel.
  • Er is in de aktes trouwens ook nog sprake over 4 ca van het perceel 1131b die mee onteigend zouden worden en van dezelfde eigenaar was. Deze 4 ca zouden dan nog eens bijkomend gereduceerd worden in een vervolgfase tot 1 ca.
  • Het originele perceel was eigendom van Mr Jooris Achillis, handelaar wonende te Gent en de akte voor deze onteigening werd opgemaakt op 4 maart 1935 voor de prijs van 875 BEF. De akte bevatte ook een intresclausule waardoor de eigenaar hiervoor jaarlijks nog eens 5% intrest ontving op dit bedrag, wat in dit geval neerkwam op 43,75 BEF
  • Om het terrein ten allen tijde te kunnen bereiken was er enerzijds een permanente erfdienstbaarheid over een strook van 2 meter breed om ten allen tijde de bunker te kunnen bereiken na de bouw ervan. Hij was namelijk midden in de velden gelegen.
  • Om de bouw van de bunker mogelijk te maken, werd voor 8 maanden tijd een tijdelijke erfdienstbaarheid voorzien die het terrein bereikbaar maakte via een strook van 5 meter breed.
  • In het algemeen lopen tijdelijke en permanente erfdienstbaarheden samen en is het ene gewoon een tijdelijke uitbreiding met 3 meter breedte van het andere. Voor deze bunker lopen echter tijdelijke en permanente erfdienstbaarheden niet over de ganse lijn samen. Ze lopen grotendeels samen maar bij de aansluiting naar de Gentweg lopen beiden gescheiden.
  • Voor de tijdelijke erfdienstbaarheden wordt namelijk in dat geval een meer recht toe recht aan route genomen om uit te komen op de Gentweg. Voor de permanente erfdienstbaarheden gebruikt men een reeds bestaande onverharde private wegel haaks op de vorige.
  • De beide erfdienstbaarheden vertrekken vanaf de bunker via een private wegel met erfdienstbaarheden naar de verschillende daarrond liggende landbouwpercelen. Dergelijke weg was in het algemeen half om half eigendom van elk van de aanlandenden percelen. Deze permanente erfdienstbaarheid liep vanaf het perceeltje onteigend voor de bunker noord - noordwestelijk over een lengte van ongeveer 241 meter tot waar deze erfdienstbaarheid opsplitst in een gescheiden permanente en tijdelijke erfdienstbaarheid. Het originele eerste stuk vanaf het bunkerterrein bestaat heden sowieso niet meer. Het vervolgstuk wel. Waar deze wegel dan heden afdraait in westelijke richting in de richting van de nog altijd onverharde Gentweg, liep de originele tijdelijke erfdienstbaarheid (voor de bouw van de bunker) nog eens rechtdoor over een afstand van 96 meter om de Gentweg te bereiken met gerei tijdens de bouw van de bunker. De permanente erfdienstbaarheid draaide daar 90° naar links (westelijke richting) om zo 94 meter verder de Gentweg te bereiken. Dit niet nemen van die haakse bocht zal natuurlijk gemakkelijker geweest zijn dan met karren halverwege steeds een draai van 90° te moeten liggen maken op een overharde wegel. De wegel gebruikt als permanente erfdienstbaarheid vanaf de Gentweg bestaat nog en begint vanaf de Gentweg als een private wegel achter een metalen hek juist achter een weiland op uw linker zijde van de Gentweg komende van centrum Vurste en afgespannen met oude vangrails van de autosnelweg.
  • Om de verdeling vlot te maken, voorzag men de permanente erfdienstbaarheid van 2 meter breed centraal op het pad en de uitbreidingen naar de randen toe. Hierdoor kregen de eigenaars telkens een gedeelte permanente erfdienstbaarheid voorgesteld van 1 meter breed en nog eens bijkomend een tijdelijke erfdienstbaarheid van extra 1.5 meter breedte.
  • Wel vervelend is dat de onteigeningsschetsen getekend zijn met als onderzijde de oostkant en men in de aktes er blijkbaar niet heeft op gelet dat die schets gedraaid lag. Daardoor spreekt men in de aktes zelf dan voortdurend over de zuidkant terwijl dit dan de oostkant dient te zijn...
  • Hieronder een overzicht van de verschillende aktes die allen deel uitmaken van de erfdienstbaarheden voor deze bunker:
    • Westelijke zijde wegel vanaf de bunker tot splitsing
    • Een permanente en tijdelijke erfdienstbaarheid over een totale lengte van 59.90 meter en nog eens 63 meter langs de oostzijde van de op elkaar aansluitende percelen 1145 en 1146. Deze deelakte werd opgemaakt op 26 maart 1935 aan Mej Rachel Deronne (zonder beroep) en Mr Jordan Deronne, burgemeester van Semmerzake, voor de prijs van 250 BEF. De akte bevatte ook een jaarlijkse intrestclausule waarbij hij op dit bedrag jaarlijks een intrest ontving van 5%, wat in dit geval neerkwam op 12,5 BEF per jaar.
    • Een permanente en tijdelijke erfdienstbaarheid over een totale lengte van 167,20 meter aan de oostzijde en de noordzijde van het perceel 1150. Deze deelakte werd opgemaakt op 26 maart 1935 aan Dr Joseph Bogaert, landbouwer te Vurste, voor de prijs van 225 BEF. De akte bevatte ook een jaarlijkse intrestclausule waarbij hij op dit bedrag jaarlijks een intrest ontving van 5%, wat in dit geval neerkwam op 4.50 BEF per jaar. Er zit alvast een fout op deze akte want de tijdelijke erfdienstbaarheid aan de noordzijde van perceel 1150 is nooit van toepassing geweest. Deze boog namelijk niet haaks af richting Gentweg.
    • Oostelijke zijde wegel vanaf de bunker tot splitsing
    • Een permanente en tijdelijke erfdienstbaarheid over een totale lengte van 25,50 meter langs de westzijde van het perceel 1116. Deze deelakte werd opgemaakt op 26 maart 1935 aan Mr Georges Boone, landbouwer te Vurste, voor de prijs van 100 BEF. De akte bevatte ook een jaarlijkse intrestclausule waarbij hij op dit bedrag jaarlijks een intrest ontving van 5%, wat in dit geval neerkwam op 5 BEF per jaar.
    • Een permanente en tijdelijke erfdienstbaarheid over een totale lengte van 34.40 meter langs de westzijde van het perceel 1115. Deze deelakte werd opgemaakt op 24 september 1936 aan de kerkfabriek van Vurste, voor de prijs van 100 BEF. Enkel deze deelakte bevatte geen clausule voor een jaarlijkse intrest, allicht gekoppeld aan het zeer late tekenen van de akte.
    • Een permanente en tijdelijke erfdienstbaarheid over een totale lengte van 98.25 meter en nog eens 72.95 meter langs de westzijde van de op elkaar aansluitende percelen 1114 en 1151. Deze deelakte werd opgemaakt op 26 maart 1935 aan Mej Maria Demuynck (gepensioneerd) en woonachtig te Leuven, voor de prijs van 350 BEF. De akte bevatte ook een jaarlijkse intrestclausule waarbij hij op dit bedrag jaarlijks een intrest ontving van 5%, wat in dit geval neerkwam op 17.50 BEF per jaar.
    • Gescheiden erfdienstbaarheden vanaf de splitsing tot telkens de Gentweg
    • Een permanente en tijdelijke erfdienstbaarheid op 2 verschillende tracés op hetzelfde terrein, perceel 1152. De permanente erfdienstbaarheid omvatte een totale lengte van 94 meter richting Gentweg (haaks dus op vorige erfdienstbaarheden). Daarnaast omvatte deze akte ook een groot gedeelte van de aansluitende tijdelijke erfdienstbaarheid richting Gentweg (in verlengde rest) over 96 meter en 5 meter breed. Deze laatste erfdienstbaarheid verloopt hierbij ook over perceel 1153 (van dezelfde eigenaar) maar niet individueel vermeld op deze akte. Deze deelakte werd opgemaakt op 10 mei 1935 aan Mr Julianus De Vogelaere, landbouwer te Vurste. De akte bevatte ook een jaarlijkse intrestclausule waarbij hij op dit bedrag jaarlijks een intrest ontving van 5%, wat in dit geval neerkwam op 15 BEF per jaar.
    • Een permanente erfdienstbaarheid over een totale lengte van 35,30 meter langs de zuidzijde van het perceel 1152. Dit betreft echter niet de zuidzijde van perceel 1152 maar de noordzijde van perceel 1149. Deze deelakte werd opgemaakt op 14 mei 1935 aan de landbouwersfamilie Hoefman, deels wonende te Vurste en de Meulebeke, meer specifiek Mr Maurice Hoefman, Mr Remi Hoefman, Mr Jozef Hoefman en Mevr Marie Courteyns. De akte werd opgemaakt voor de prijs van 100 BEF. De akte bevatte ook een jaarlijkse intrestclausule waarbij ze op dit bedrag jaarlijks een intrest ontvingen van 5%, wat in dit geval neerkwam op 5 BEF per jaar.
  • Het zeer late tekenen van de akte van de kerkfabriek moet er dus zeker hebben toe bijgedragen dat de bouw van de bunker nooit vroeger zal kunnen begonnen zijn dan deze datum die reeds dateert van 1936.
  • Erfdienstbaarheden, zowel de permanente om de bunker ten allen tijde te kunnen bereiken, als de tijdelijke die standaard werden in de aktes voorzien met een termijn van 8 maanden voor de bouw van de bunker mogelijk te maken, gingen net zoals het uitkeren van toegekende intresten pas in voege, van zodra de eigenlijke werken voor de bouw van de bunker werden aangevat, ongeacht de tijdsperiode die op die manier verstreek tussen aankoop van de gronden en de eigenlijke bouw van de bunker zelf.
Huidige kadastrale perceelnummers van deze bunker:
  • Op een actuele schets van het kadaster vindt men het originele perceel 1131e heden nog altijd volledig identiek terug.
  • Alle eerder vermelde percelen binnen de aktes zijn nog aanwezig met als enige verschil dat ze toegevoegd zijn aan sectie A in plaats van de originele unieke sectie.
  • De wegels gebruikt voor erfdienstbaarheden zijn ook nergens terug te vinden, wat vrij logisch is omdat het nooit officiële openbare wegen waren maar allen private wegen met erfdienstbaarheden op om ze te gebruiken.
  • In elk geval stond de bunker met bijhorende grond ook volgens de lijst van in 1961 nog steeds te koop. Gezien het perceeltje ooit onteigend nu nog altijd volledig identiek en ongewijzigd bestaat en nergens werd toegevoegd, laat dit vermoeden dat deze bunker met bijhorende grond tot op de dag van vandaag nog altijd officieel staatsdomein zal zijn.

kadasterschets zoals bij de akte terug te vinden in 1935

De schets voor deze bunker is echter zo ruim om te tekenen dat het allicht op deze schets amper te zien is, daarom de bijkomende schets hieronder met nog eens een inzoomen op deze schets.

Een bijkomende opmerking bij deze schets is dat de pijl met de aanduiding van het noorden totaal verkeerd staat. Deze wijst in werkelijkheid naar het oosten in plaats van het noorden. Deze fout is vlotjes mee overgenomen in de beschrijvingen op de respectievelijke deelaktes.

Detail van vorige schets

Deze schets toont zeer mooi het geheel. Onderaan links het perceeltje onteigend voor de bunker. Dan zie je duidelijk de permanente en de tijdelijke erfdienstbaarheid tussen enerzijds de percelen 1145, 1146 en 1150 en aan de overzijde 1116, 1115, 1114 en 1151. Dan kwam men op een punt waar men een kruising en splitsing had voorzien voor enerzijds de permanente erfdienstbarheid over een breedte van 2 meter (haaks richting Gentweg) tussen de percelen 1149 en 1150 enerzijds en 1152 anderzijds. De tijdelijke erfdienstbaarheid liep rechtdoor over een strook van 5 meter over het perceel 1152 en 1153.

Detail van het onteigende perceeltje uit zelfde kadastrale schetsen

Op deze detailschets zie je duidelijk de details horende bij de onteigening voor deze bunker.

Kadastrale schets met de huidige situatie anno 2019

Deze actuele schets toont een bijna niet veranderd beeld. Deze is wel degelijk correct gepositioneerd voor wat het noorden betreft. Alle percelen zijn nog ongewijzigd aanwezig op het sectienummer A dat werd toegevoegd, na.

Detail van kadastrale schets anno 2019

Deze detailschets toont zeer gedetailleerd het terreintje met de bunker. Hij is er zeer precies op aangebracht en de randen van het terrein zijn nog volledig identiek met wat origineel ooit werd onteigend.

Het bunkertje zelf staat op perceel A1131e. De rest van het originele perceel is heden nog perceel A1131d.

Op deze luchtfoto van Google Earth anno 2019 zie je zeer duidelijk de huidige situatie. Je ziet naar de onderhoek rechts het terreintje met de bunker liggen. De originele wegel met zowel tijdelijke als permanente erfdienstbaarheden liep noordwaarts maar is alvast over de eerste grote kouter niet meer bestaande. Aan de overzijde van de kouter duikt de wegel wel opnieuw op en deze draait heden standaard af naar links zoals de originele permanente erfdienstbaarheid was. De ooit verder gebruikte tijdelijke erfdienstbaarheid naar de Gentweg toe is niet meer bestaande en zelfs verkaveld.
Routebeschrijving om deze bunker te vinden:
  • De bunker is gelegen op uw linker kant van de Gentweg tussen het verharde gedeelte van deze weg (vanaf de kerk van Vurste) en de Hullestraat. Hij ligt dus een kleine 200 meter ver op een weiland op een vrij sterk verwilderd terreintje.
  • Gezien hij heden allicht nog altijd niet overkocht is, is er zelfs geen echte weg meer naar het terreintje toe. Het meest eenvoudige is dan ook op de rand van de velden (hier op de foto overgang kouter naar weiland) loodrecht richting bunker te stappen.
  • Probeer hierbij alvast geen gewassen te beschadigen aub.
Localisatie van de bunker op de bunkerlinie:
  • Het was een voorliniebunker tussen het steunpunt Semmerzake en Muntekouter tussen AV2 (490 m) en A17 (435 m).
  • Qua vuurrichting is de bunker in hoek opgesteld met de bunker AV2 langs de Lindeboomstraat.
  • De bunker AV2 neemt met zowel mitrailleur als C47 antitankgeschut de velden westelijk van de Gentweg en allicht ook nog de Gentweg zelf onder vuur komende uit richting van Baaigem of Gavere.
  • De bunker A16 neemt dan met gekruist vuur de velden in westelijke richting (overzijde Gentweg) onder vuur.

Actuele luchtfoto anno 2020

Op deze luchtfoto zie je duidelijk links de bunker Av2 langs de Lindeboomstraat (tussen Lindeboomstraat en de spie gevormd door de iets noordelijk liggende veldweg die achteraan dezelfde eigendom doorloopt). De bunker A16 is duidelijk te zien in de velden rechts van de foto.

Structuur van het bunkertje:
  • Twee achteraan verbonden kamers en een sas.
  • Tussen de twee kamers achteraan is een koepel.
  • Elke kamer was voorzien voor het opstellen van een mitrailleur.
Welke type wapens waren in de bunker opstelbaar:
  • De bunker was standaard voorzien voor de opstelling van Maximmitrailleurs. Daarnaast was hij eveneens voorzien om Hotchkiss- of Coltmitrailleurs te kunnen opstellen.

Omschrijving van het gecamoufleerde bunkertje

  • Al het houtwerk was standaard uitgevoerd in Noors rood dennenhout tenzij anders vermeld.
  • Rondom de betonnen structuur werd een houtskelet opgetrokken.
  • Dit was bevestigd en gefundeerd op een aparte bakstenen fundering rondom de bunker.
  • Op dit houten skelet werden in carboline gedrenkte populierenplanken van 2.4 cm dik bevestigd.
  • Ook op deze plannen werd achteraf nog een correctie gemaakt. Zo werd de achterzijde ook op een zodanige wijze gecorrigeerd dat de koepel niet zo diep achter de mitrailleurkamer zat. Hierdoor werd de hoeveelheid nodig beton enigsinds beperkt.
  • De toegang tot het toegangssas zat verstopt achter een houten deur van 1.00m x 2.00m (BxH).
  • De schietgaten zaten telkens verborgen achter 2 links en rechts openende luiken van elk 0.50m x 1.40m (BxH). Deze luiken hadden achteraan een houten plaat waarop in carboline gedrenkte populierenplanken waren aangebracht. Het was in elk geval de bedoeling de schietgaten niet te accentueren.
  • Het bunkertje was voorzien van een vrij plat schilddak omwille van de aanwezige koepel. Dit werd opgetrokken in hout en had als dakbedekking blauwe Boomse dakpannen.
  • Ook hier werd dus in praktijk afwijkend gewerkt van het originele plan daar de koepel zeker nooit volledig onder het dak is uitgewerkt geweest zoals op de plannen wel getekend..
  • Het toegangssas werd uitgewerkt met enkele betonnen trappen en een sterfput.
  • Het geheel is heden vergaan tot een kale blok beton verstoken tussen een bosje midden in het veld.
  • Er zijn logischer wijze geen sporen zichtbaar van valse ramen wat het vermoeden bevestigt dat het plannetje als houten stal gebruikt is en dus niet het plannetje met herziening erop.
  • Er zijn trouwens nog ijzeren haken zichtbaar in de wanden die er op duiden dat er ooit een houten kassement aan de wanden is bevestigd geweest.
  • Om de koepel te bereiken waren er vanuit de mitrailleurkamer 8 stijgijzers voorzien.
  • Vanuit deze koepel vertrok 3.00m stemdragerbuis om orders naar de mitrailleurschutters te kunnen doorgeven. Dit waren buizen van 1" op beide uiteinden voorzien van een trechtervormig uiteinde.
  • Bij de bunkers met mitrailleurkamer(s) was de toegang tot de eigenlijke gevechtsruimtes van de bunker gescheiden van het sas door middel van een gepantserde metalen deur van 0.86m x 1.82m (BxH) met zonneblinden, omlijsting en luikje voor toegangsverdediging.
  • De eigenlijke toegang bij de inkom was op zijn beurt afgesloten met een metalen traliehekje van 0.90m x 1.82m
  • In elke mitrailleurkamer was daarnaast standaard aanwezig:
    • 3.50 meter etagères met leggers in inlandse eik.
    • Een inlands eiken plankje van 0.32m x 0.12m x 0.06m met ijzeren steunen voor de plaatsing van een kogelpers.
    • 6 zware geschilderde hanghaken voor ophangen materialen in de kamers
    • Een verzinkte hanghaak aan het plafond voor ophangen olielamp (in vredestijd)
    • 1 chardome en chardomeplaat voor de standaard opstelling van een Maximmitrailleur
  • Ventillatiegaten waren aan de buitenzijde aan de bovenzijde afgesloten met een koperen geperforeerde afdekplaat om ingooien van projectielen naar binnen onmogelijk te maken.
  • Het globale uitzicht was dit van een houten stal in een weide.

Actuele luchtfoto anno 2020

Zeer duidelijke schets van hoe het bunkertje in het terrein ingewerkt was. Er is ook specifiek geen sprake van een afsluiting waardoor men het bunkertje met bijkomend terrein niet ging onderscheiden van de rest van het koutertje of weiland. Een te klein terreintje zou al zeer verdacht te sterk de indruk geven dat het hier om een bunker ging.

Dit is allicht het basisontwerp van deze bunker. Allicht is hij origineel ontworpen met het uitzicht van een houten stal met onderaan enkele rijen baksteen als fundering.
Doorsnede AB horende bij bovenstaand grondplan. Opnieuw dient de opmerking gemaakt dat de koepel zeker nooit effectief is uitgewerkt geweest om volledig verborgen te zitten onder het dak. Het dak is dus zeker platter uitgewerkt dan hier afgebeeld.
Doorsnede CD bij hetzelfde grondplan. We kijken in de richting van de schietgaten die aangeduid zijn als kruisjes.
  • Er bestaat van deze bunker een zeer beperkte herziening. Dit slaat echter enkel op een aantal beperkte aanpassingen om de hoeveelheid te gebruiken beton beperkt te verminderen in de buurt van de te voorziene koepel.
Dit is dan een eerste herziening van dit grondplan. Het betreffen aanpassingen zodat de bunker bij opbouw toch iets minder beton bevatte. Zo zit de koepel niet meer zover achteruit ten opzichte van de tweede mitrailleurkamer.
  • Zeer merkwaardig is dat er van deze bunker een herzien grondplan bestaat waarbij de bunker volledig werd ommuurd met baksteen waardoor hij het uitzicht kreeg van een alleenstaande woning met daarbij meerdere bijkomende valse ramen.
  • In praktijk blijkt deze zeker niet zo uitgevoerd.
  • Ook spreekt het bestek van bouwproject E volledig op het concept met de houten stal wat er toch op duidt dat dat het originele concept zal zijn geweest. De herziening is dus uiteindelijk toch niet uitgevoerd geweest.
Dit is dan allicht een herziening van de bunker waarbij men hem volledig ging ommuren met baksteen. Hier is de bunker volledig uitgewerkt als een huisje ommuurd met baksteen en enige valse ramen. Ondanks deze bestaande herziening is hij zeker en vast met wat men ten velde kan terugvinden nooit zo uitgewerkt geweest. Het effectief gebouwde is het originele ontwerp van de houten stal.
Actuele toestand van deze bunker:
  • De bunker is volledig vrij.
  • Onderaan ziet men nog restanten van de enkele rijen baksteen die hij had als fundering en steun voor de rest van de houten plankencamouflage. Ook is de bovenkant boven de schietgaten niet gecementeerd, wat meestal wel het geval is bij in huisjes gecamoufleerde bunkers.
  • Dit duidt er toch op dat de camouflage als houten stal wel effectief zal zijn geweest wat ooit is toegepast.
Draagt de bunker nog sporen van de meidagen 40:
  • De kans op schade is op deze zone van de lijn is vrij miniem omdat ze wel bezet is geweest maar nooit effectief om zeggen zwaar bevochten.
  • Toch draagt deze bunker sporen van projectielinslagen, zelfs zwaardere kalibers.
  • Op het eerste zicht lijkt het ook geen schade door landbouwmachines.
  • Het blijft dus wel een raadsel hoe de bunker aan die schade is gekomen.
Anekdotes, leuke weetjes en verhalen direct koppelbaar aan dit bunkertje:
  • Voorlopig geen gekend.
Kostprijsschatting van het toenmalige bunkertje:
  • Op basis van de hoeveelheden toegepast binnen de bouwproject A en B voor gelijkaardige bunkertjes, gecombineerd met de toegepaste basisprijzen zoals in het bestek van bouwproject E terug te vinden, werd een eerste benaderende prijs bepaald voor elk van de bunkertjes. Deze detailprijzen werden daarna herrekent via de regel van 3 op basis van de werkelijke projectprijs zoals terug te vinden in het bestek en de totaalprijs zoals zelf op basis van de gemaakte veronderstellingen, bekomen. Op die wijze moet dit bunkertje ongeveer 64.537,36 Bef gekost hebben.
  • Als men hier nog eens een aantal zaken gaat bijtellen die niet dienden ingecalculeerd te worden door de bouwfirma's maar rechtstreeks werden aangeschaft door de militaire overheid zoals bv chardomes, koepels, ventillatoren,... moet de totale kostprijs ongeveer op 95.037,36 Bef hebben gelegen.
  • Ter info: 1 BEF in 1934 komt ongeveer overeenkomt met een bedrag van 74 BEF (1.84€) in 2013, een "factor 74" dus.

Foto's van deze bunker

Foto's anno 1990 - 1995 : Collectie Guido De Jong - Simon Stevin Stichting

Zicht op de voorzijde van deze bunker anno 1995. De bunker stond toen volledig vrij op een rommelig terreintje midden de velden. (Collectie G. De Jong - Simon Stevin Stichting)
Achterzijde van de bunker in dezelfde periode. (Collectie G. De Jong - Simon Stevin Stichting)
Zicht op linker zijkant en achterzijde. (Collectie G. De Jong - Simon Stevin Stichting)
Detail van de achterzijde met rechts de toegang tot de bunker. De foto's laten niet toe te zien of de bunker toen al betreedbaar was. (Collectie G. De Jong - Simon Stevin Stichting)
Eerste eigen prospectie in 2006
Wijze waarop in 2006 de bunker te zien viel vanaf de Gentweg. Hem bereiken was toen letterlijk het gemakkelijkst hier rechtdoor door het op dat moment niet bezaaide veld over te steken.
Vooraanzijde van de bunker met onder het groen wat te bespeuren, de 2 schietgaten.
Vooraanzicht. Wat wel nog opvalt is dat bij deze bunker die het uitzicht zal hebben gehad van een houten stal, aan de binnenzijde de schietgaten zeer duidelijk blauw geverfd waren.
Fraaie foto van rechter zijkant en achterzijde in 2010 (Collectie M. Demoor)
Detail van de achterhoek rechts. We kijken hier op de bult in het dak van waar ooit de koepel zat. Op deze plaats is de buitenste laag wapeningswijzer letterlijk bloot komen te liggen. De wapening zat hier gegarandeerd ook zeker niet echt diep genoeg in het beton waardoor de bunker hier wel fel geplaagd wordt door betonrot.
Linker zijkant met achteraan de gedeeltelijk geopende toegang.
Een blik door het rechter schietgat (van de voorkant gezien). We kijken dus letterlijk op de velden westelijk over het onverharde gedeelte van de Gentweg.
Meer gedetailleerde prospectie in 2012
In 2012 stond de bunker veel kaler. Blijkbaar werden ook de grootste bomen voor de bunker gerooid wat natuurlijk ook weer jammer te noemen valt.
Wat zeer vlot te zien is, zijn overal de nog aanwezige haken in het beton die dienden om het houten skelet rond de bunker op te trekken waarop dan houten planken werden bevestigd. Dit gaf de bunker zijn uitzicht van een houten stal.
Detailzicht op de 2 schietgaten. Wat hier wel opvalt is dat de afdekroosters van de ventillatiegaten er vrij slordig zijn ingegooid. Gelukkig zaten deze verborgen achter de houten camouflagewand.
Zeer merkwaardig bij deze bunker zijn deze sporen op de rechter zijmuur (de muur met het oreillon). De bunker draagt namelijk op deze wand zeer duidelijk sporen van projectielinslagen.

Detail van de vastgestelde projectielinslagen. De inslagen zijn zeker te groot voor een gewone kogel en mogelijks van een Duitse PAK37.

Wel blijven ze zeer raar op deze locatie van de bunkerlijn.

Achterzijde van de bunker. Op de foto zie je duidelijk dat de struiken en bomen voor de bunker allen geruimd werden.
Achterzijde met toegangssas.
Aan de voorhoek links van de bunker, kan men nog duidelijk restanten zien van de baksteenfundering waarop ooit het houtskelet van de bunker steunde.
In het beton bij de toegang vindt men bij deze bunker ook nog het ingekerfde nummer 81. Mogelijks is het te koppelen aan het herverkopen van de bunkers door het kadaster.
Binnenzicht van het toegangssas.
Een blik op de toch wel zeer rommelige mitrailleurkamer waar het toegangssas in uitkomt.
Detail van het schietgat. De schietgaten van deze bunker waren naast de standaardopstelling voor een Maximmitrailleur ook uitgerust voor het opstellen van een Hotchkiss- of Coltmitrailleur.
Achterzijde van dezelfde mitrailleurkamer met enerzijds de restanten van een verdwenen tafeltje voor een kogelpers. Onderaan zie je ook de doorgangen voor een eventuele stroomkabel en telefonie. Deze bunker is aan de binnenzijde vrij zwaar ontdaan van alles wat ijzer betrof.
Deze foto is vrij moeilijk te plaatsen maar toont de achtermuur van de 2e mitrailleurkamer. LInks de toegang vanuit het sas. Rechts kijken we reeds in de toegang tot de koepel.
Detail van het tweede schietgat.
Een blik op de tussengang tussen beide mitrailleurkamers.
Een blik op de achterzijde met links de eveneens totaal ontmantelde koepel.
 
Vorige (A15)
Volgende (A17)
Volgende (A17)